Speech
Zoals jullie weten hou ik niet van emotioneel gezwijmel. Met emoties smijten is gewoon een bezigheid waar ik me liever niet mee bezig houdt. Ik heb de drang tot een emotionele spraakwaterval
dan ook lang weten te onderdrukken. Maar ik word de laatste tijd overspoeld met gedachten die toch echt tot dit genre behoren, dus ik kan er helaas niet langer omheen:
Ik zal eerlijk zijn, ik zie er als een berg tegenop om Gambia te verlaten. Als ik me een beetje inleef lukt het me zelfs om tranen op te wekken. Want echt, ik hou van dit land! Ik heb hier zulke
mooie en lieve mensen leren kennen die mij hebben gemaakt zoals ik nu ben. Ja, dat bedoel ik dus met emotioneel gezwijmel, niks voor mij. Maar toch is het zo. En dan wil ik niet suggereren dat ik
nu opeens een heel openhartig persoon ben zonder kwade gedachten, maar ik ben wel degelijk anders tegen zaken aan gaan kijken. Misschien val ik bij thuiskomst wel per direct terug in mijn oude
denkpatroon, maar zoals het nu lijkt is er echt iets veranderd. Ik ben nog steeds verslaafd aan het veroveren van nieuw schoeisel en ik heb nog steeds een grote mond, maar ik heb wel meer respect
gekregen voor alles wat ik heb.
Ik zie hier ontzettend veel armoede, maar ik heb nog geen enkele Gambiaan ontmoet die ontevreden is. Ze zijn allemaal hartelijk, vriendelijk en vooral gelukkig. En na een paar maanden oefenen lukt
het mij inmiddels ook om te genieten van iets kleins. Zo stond ik gister met een kaars in de badkamer te ‘douchen', omdat er weer eens geen elektriciteit was. En in eerste instantie wilde ik die
kaars natuurlijk vervloeken, omdat hij elke keer uitging als ik water over me heen gooide. Maar opeens kon ik ontzettend van het moment te genieten. Ik weet eigenlijk niet waarom, maar het was
gewoon best romantisch. Ik en die kaars. En zo heeft alles eigenlijk wel zijn charme. Ik geniet van mijn tenen tot mijn kruin als ik 's ochtends het huis uitstap en de eerste zonnestralen weer op
mijn gezicht voel. En eigenlijk blijft dat gevoel net zo lang tot ik mijn bedje weer inkruip. Alles wat ik hier meemaak is gewoon leuk. Onderweg naar huis een praatje maken met alle buurkindertjes,
sporten met mijn broertjes, met z'n allen op de grond uit een pan eten, reggaefeestjes op het strand, diep in de nacht pizza naar binnen werken alsof het niks is, onder een palmboom liggen op een
wit strand, over kleurrijke drukke markten struinen, liften krijgen in de laadbak van trucs, met wat vrienden hele avonden in het wilde weg lullen, met z'n allen de handwas doen rondom de waterput,
tripjes maken naar bijzondere plaatsen, dansen tot diep in de nacht, elke dag een warm welkom krijgen als je thuiskomt, nooit op de tijd hoeven letten en uren in de vlammen van het kolenbrandertje
staren in het zachte avondzonnetje, omdat de rijst niet gaar wil worden... Ach, alles is hier gewoon heerlijk. Ik ben zielsgelukkig en weet nu hoe het is om van elk moment te genieten. Ik weet niet
of er een emotionele speech voor nodig was om dat duidelijk te maken, maar ik heb in ieder geval alles uit de kast gehaald.
Mijn hartje ligt in Afrika. Maar vooruit, ik zal hem mee terugnemen naar Nederland, want ik zal hem nog wel vaker nodig zijn denk ik. Daar zijn immers alle mensen die mij dierbaar zijn en dat is
meer waard dan dit alles! Ook al doet het pijn om te weten dat ik binnenkort afscheid moet gaan nemen van alle lieve vriendjes en familieleden in Gambia.
Liefs,
Isatou
Regen
Ik heb wekenlang geschreeuwd dat het me leuk lijkt om het regenseizoen mee te maken. Ach, ik schreeuw natuurlijk wel vaker wat. En ook dit keer was het weer de grootste onzin ooit. Regen is
helemaal niet leuk. Nooit niet. Het zorgt alleen maar voor een hoop ellende en na vannacht hoef ik nooit geen regen meer te zien. Nooit-meer. Eigenlijk heb ik de hele nacht krom gelegen van het
lachen, want ik zeg altijd maar zo: ‘Je kunt maar beter lachen als de hel uitbreekt'. En zo is het.
Net op het moment dat we wilden vertrekken naar een leuk feestje, begon het gigantisch hard te regenen. Ik was diep onder de indruk, want ik heb hier nog nooit regen gezien. Okee, dat lieg ik. Ik
heb het een keer eerder gezien. Maar dat was een lief regenbuitje van slechts vijf minuten. Nu was het echt indrukwekkend. Het kwam met grof geweld uit de lucht. Maar we zijn toch een feestje gaan
bouwen, omdat het kan. Het geplande feestje ging natuurlijk niet door, want in Gambia wordt een plan zelden uitgevoerd en daar doen wij graag aan mee. We zaten opeens weer aan een biertje te nippen
bij Balamin en Yanks. Daarna zaten we opeens aan een biertje te nippen in een huiskamer in Bakao. Niet veel later zaten we opeens op het strand en we eindigden in een kroegje. Ik hou het allemaal
niet meer bij, ik volg de kudde gewoon. Wat was het toch weer een heerlijke avond!
Op de terugweg gingen we nog even langs Bob alias Bouba in Bijilo. We aten patat met tomaat en de conversaties waren weer van uitermate hoog niveau; een prima afterparty. Het werd tijd om te gaan
en Bouba bracht ons netjes terug naar Busumbala. Och hemel, ons zandpad was getransformeerd tot een heuze rivier! Maar daarkun je natuurlijk maar beter het beste van maken, dus ik stelde voor om er
heel hard doorheen te crossen, Het plan werd uitgevoerd en vol gas scheurden we door de modder. Hartstikke leuk. Tot het moment waarop we vast kwamen te zitten. 's Nachts hou ik bij het uitvoeren
van impulsieve plannen zelden rekening met de risicofactoren, dus het zat eraan te komen dat het misging. Enthousiast sprongen Fatou en ik uit de auto om hem aan te duwen. Slecht idee. We zakten
tot onze kuiten in de blubber. We gingen toch duwen, want er waren niet veel andere opties. En ja, toen kwam dat moment; het cruciale moment waarop Bouba gas ging geven. De banden begonnen te
spinnen en wij kregen de volle lading over ons heen. Hoppa, van top tot teen onder de modder. Ach, ik vond het wel grappig. Het kon toch al niet slechter. We hebben staan duwen tot de zon opkwam en
zijn rond 8 uur toch maar naar huis gaan lopen. Daar hebben zijn we op mysterieuze wijze in ons bedje beland en Bouba heeft heerlijk in ons logeerbed geslapen. Een paar uur later zijn we
teruggegaan naar de auto. We hebben wat vrienden gebeld en zij hebben de auto uit de modderpoel weten te slepen. Eind goed, al goed.
Slaap lekker,
Isatou Jallow
Tanka Tanka
Het project op Tanka Tanka verloopt nog steeds niet helemaal soepeltjes. We houden ons aan het plan van aanpak, maar door ontelbaar veel omstandigheden wil het nog niet echt vorderen.
Motivatieproblemen, sponsorproblemen, verschil in cultuur en opvattingen.. Ach, je kent het wel. Het is gewoon lastig om therapie op te zetten in een land waar ze geloven dat alles en iedereen
bezeten is door demonen. Daarnaast is de organisatie nog niet in orde, waardoor wij vaak tegen dingen aanlopen die wij niet in ons eentje kunnen oplossen. We gaan door tot het bittere eind en
hebben al aardig wat stappen bereikt waar we trots op mogen zijn, maar we willen er toch graag iets anders naast gaan doen. De laatste paar weken gaan we ons inzetten voor een school met speciale
kinderen. Ze hebben hier belang bij hulp in het sportaanbod en kennis over therapie. We hebben vandaag rondgekeken op die school en we zijn dolenthousiast! Allemaal lieve kindjes die ik in mijn
koffer ga stoppen. We kunnen in een paar weken niet zoveel doen. Maar we kunnen in ieder geval een begin maken, zodat de volgende studenten gelijk aan de slag kunnen. Zo, nu zijn jullie weer op de
hoogte.
Liefs,
Isatou
Bob Marley Day
Ik besef dat het niet leuk is dat ik jullie hieraan herinner, maar ik zal er toch aandacht aan moeten besteden. Jongens, 41 jaar geleden is Bob Marley van ons heengegaan. Dit zware verlies verwerkt
iedereen op zijn eigen manier en dat is prima. Het is absoluut een zwarte bladzijde uit ons aardse bestaan, dus ik ben blij dat er in Gambia voldoende aandacht aan besteed wordt. Nederlanders
kiezen er doorgaans voor om deze dag in stilte voorbij te laten gaan, maar Gambianen maken er een groot feest van. Onze Bob is immers het grote voorbeeld van de mensheid. Tijd voor een
feeeeeestje!
Op de radio was de stem van Bob zonder onderbrekingen te horen en op elke straathoek was er een feestje gaande. Wij hebben een paar feestjes bezocht, waarbij ik elke keer weer moest concluderen dat
Gambianen op vreemde wijze feestjes bouwen. Het sluit niet echt aan bij het beeld dat ik van feestvieren heb, maar desondanks was het een geweldige dag! We zijn met Balamin en Yanks naar
verscheidene feestjes gereden en hadden geen idee waar we elke keer terechtkwamen. Eerst waren we op een reggaeparty op Paradise Beach, waar iedereen met zijn lippen aan een joint hing. Enorme
boxen met de oorverdovende klanken van Bob, dansende rasta's die dankbaar naar de lucht staarden, groepjes grijnzende levensgenieters die in het zand lagen en overmoedige feestvierders die een
dansje in de zee waagden. Tijdens de zonsondergang leek het wel een paradijs. Het was geweldig en alsof dat nog niet genoeg was wenste iedereen ons ook nog eens een ‘Happy-Bob-Marley-Day!'. Goh,
bedankt. Later op de avond vertrokken we naar een club in Brikama. Daar zijn we nooit aangekomen en niemand weet waarom. We stonden opeens in een enorme huiskamer in Bakau. Huiskamerconcerten
hebben nooit mijn interesse getrokken, maar toch heb ik me hier wel vermaakt. Ik ben inmiddels gewend geraakt aan huiskamers van kelderniveau en was diep onder de indruk van dit enorme paleis. De
eigenaar bleek het zoontje van een belangrijke Gambiaan te zijn, dus dat verklaarde een hoop. Ik vond het allemaal maar een beetje vreemd. Niet veel later vertrokken we naar het huis van onze
gebroeders, om een potje memorie te spelen. Ik vind memorie normaal gesproken best een leuk spelletje, vooral als je het met een stelletje Afrikanen speelt die er niks van snappen. Ze hadden de
hele week geoefend om mij te kunnen verslaan. Nou, droom lekker verder. Ik ga diep in de nacht echt geen potje memorie spelen. Dus toen ik mijn blik op het potje speelkaarten liet vallen heb ik hem
in een opwelling in de koelkast verstopt. Ach ja, soms doe je dingen waar je later spijt van krijgt. Want vervolgens zijn Yanks en Balamin een uur lang gaan zoeken naar dat verrekte spelletje. Zijn
broertje moest zelfs thuiskomen om te helpen zoeken. Het was een geruststellende gedachte dat ze dat potje kaarten niet zouden kunnen vinden. We zijn in slaap gevallen op de bank en werden een
tijdje later gewekt, omdat we naar een reggaefeestje in Kololi gingen. We moesten door een stukje ongerepte natuur lopen en belandden toen op een prachtig feestje. Een beetje van hetzelfde genre
als het feestje op Paradise Beach, maar dan een stuk drukker. We hebben even een dansje gemaakt en zijn toen pizza gaan eten in Senegambia. Daar besloten we een taxi naar huis te nemen, omdat we
eigenlijk ingestort waren na het nachtelijke schoonheidsdutje. We kwamen Bouba tegen, die ons de dag ervoor een lift naar huis had gegeven. Jeetje, wat een geweldig jong is dat. We doken weer in
zijn auto en hij heeft ons veilig naar Busumbala gebracht. Dat ritje was het hoogtepunt van de avond. Typerend dat gebeurtenissen met een lomp karakter altijd tot mijn favorieten behoren. Ik ga ook
helemaal niet in detail treden.
Ik ben met een glimlach op mijn gezicht in slaap gevallen, net als elke nacht in The Gambia.
Liefs,
Isatou
Wildlife
Ik ben zielsgelukkig, want ik heb het wilde leven gezien. Ik ben er tevens van overtuigd geraakt dat ik ooit eens naar Zuid-Afrika moet, omdat de kans daar vele malen groter is om een olifant te
spotten. En een leeuw, want leeuwen zijn hier niet. Maar desalniettemin was dit reisje naar Senegal fantastisch!
Barry is een hele goede vriend van mij, omdat ik hem een paar keer ontmoet heb en we toevallig tot dezelfde familie behoren. Maar vooral omdat hij graag wil kunnen zeggen dat hij blanke vrienden
heeft en ik dat graag in stand wil houden om goedkope tripjes te kunnen regelen. En met een beetje hulp van mijn liefste glimlach en beste praatjes is me dat gelukt. Voor een vriendenprijsje zijn
we naar Senegal gereisd.
We hebben in Barra een blauwe jeep gehuurd die ik zelf best zou willen hebben. We zijn naar Senegal gereden en hebben daar een wildpark bezocht. Al snel kwamen we een kudde zebra's tegen die rustig
stonden te grazen onder een boom. Ik besloot dat dat mijn nieuwe lievelingsdieren waren. Ze zijn echt heel mooi! Maar even later zagen we boven de bomen een paar giraffen uitsteken en dat werden
direct mijn nieuwe lievelingsdieren. In de dierentuin zijn ze ook wel leuk, maar in het wild zijn ze zoveel leuker! Ik was diep onder de indruk. Later kwamen we er nog een paar tegen en die
schrokken van onze auto. Ze galoppeerden weg en dat zag er zo gaaf uit! Ik moest even in mijn ogen wrijven, want het leek alsof het in slow motion ging. Ze hebben zulke lange benen dat het lijkt
alsof ze heel langzaam bewegen, indrukwekkend! In de verte zag ik later iets zwarts. Het was enorm en ik vroeg aan Barry wat het was. We zijn er voorzichtig naartoe gereden en het bleek een
neushoorn te zijn. Ja, ook een neushoorn is geweldig. Vies, dik, groot en fascinerend. Hij was zwart, maar toch was het een witte neushoorn. Waarschijnlijk was zijn hoorn ooit wit geweest. Als klap
op de vuurpijl zagen we een paar antilopen, waaronder het grootste soort ter wereld. Het spijt me, maar ik ben de naam vergeten. Ik weet nog wel dat hij ongeveer net zo groot was als een paard. Ik
dacht altijd dat antilopen zo groot als eenhertje waren, maar ik weet nu wel beter. Deze was echt enorm! De buffels waren ook leuk. Er zaten vogels uit hun neus te eten en ze zagen er heel lief
uit. Maar we mochten niet te dichtbij komen, want ze schijnen toch heel agressief te zijn. Stiekem vond ik ze er ook helemaal niet lief uitzien, dat zeg ik alleen maar om het verhaal mooier te
maken. Ze zagen er vooral heel vies en eng uit. Verder hebben we nog apen, mooie vogels en pumba's gezien. Die pumba's leken op pumba uit die film, maar dan zwart. Ik zeg expres niet dat het wilde
zwijnen waren, want de wilde zwijnen die dan op je netvlies verschijnen zijn waarschijnlijk een stuk minder interessant dan deze. Ik had deze dag voor geen goud willen missen! Nadat we een eindje
verderop struisvogels hadden bewonderd, zijn we teruggereden naar Gambia.
Op de terugweg kozen we weer voor de vissersbootjes, omdat dat nou eenmaal meer voordelen heeft dan die overladen veerpond. En ja, het begon zoals verwacht weer heel romantisch. Ik
klom op de gespierde schouders van een hartelijke Gambiaan en hij bracht mij voor een paar cent veilig naar de boot. Ik zat veilig in de boot en genoot weer van alle heisa en paniek. De meeste
passagiers willen graag zo snel en veilig mogelijk naar de boot, dus raken ze lichtelijk in paniek als er tientallen loopjongens op hun afstormen om hun een dienst aan te bieden. Ik geef toe dat
wij ook niet geheel op ons gemak waren. Maar later hadden we daar ook alle reden voor, want het werd weer een bijzonder avontuurtje. Halverwege de overtocht viel het de kapitein op dat Janel geen
zwemvest aanhad, dus ze kreeg er eentje aangereikt. Op het moment dat Janel hem aan wilde pakken, griste haar buurman het vest voor haar neus weg en gooide hem over boord. Vlak daarna ontstond er
ruzie. Logisch, want de dader had geen enkel motief om dat vest in de zee te deponeren. Iedereen bemoeide zich met deze heftige conversatie, behalve de Nederlanders en de dader zelf. De boot moest
gekeerd worden en dat vest moest en zou uit het water gehaald worden. De kapitein stuurde de boot vlak langs het vest en op hetzelfde moment ging iedereen het vest proberen te pakken. Wat een
ellendelingen zijn het ook, want door dat fanatieke gedrag dreigde de boot bijna te kantelen. Er hing echt een gezellig sfeertje op de boot.. Na een tijdje kon de tocht voortgezet worden en niet
veel later naderden we de haven van Banjul. De boot legde zijn ankers uit en hordes negers kwamen op de boot afstormen. Ze begonnen allemaal aan de linkerkant van de boot te hangen, waardoor de
boot weer bijna kantelde. De boot lag nu bijna verticaal in het water, waardoor wij ons opeens een eind boven de grond begaven. Ik kon me op dat moment even nergens aan vasthouden, dus ik ben dat
hele eind naar beneden geflikkerd. Hoppa, plat op mijn bek. Ik loop nu rond met een dikke vinger en een blauwe knie, puur en alleen omdat die achterlijke leeghoofden de boot omtrokken voor een paar
cent. Ik ben blij dat ze geen Nederlands verstaan, want ze waren vast niet heel blij geweest met mijn woordkeus. Ik ga binnenkort weer naar Senegal, maar dan zwem ik dat eind wel.
Toen we naar huis liepen kwamen we een man tegen die een vrouw aan een touw had lopen. Haar voeten waren aan elkaar gebonden en haar hoofd was kaalgeschoren, het zag er nogal vreemd uit. We vroegen
of alles in orde was en de man antwoordde dat zijn vrouw alleen een beetje ziek was. We vroegen of we konden helpen en de man antwoordde dat dat niet nodig was, omdat het slechts mentale problemen
waren. Okee.
Wat een geweldige dag, ik hou van Afrika!
Groetjes,
Isatou
Inbrekers!
Toevalligerwijs ben ik telkens niet thuis als er ingebroken wordt. De eerste keer sliep ik veilig naast Remco in het hotel, terwijl de inbrekers ons hek probeerden door te zagen. Toen dat niet lukte hebben ze het aan de andere kant geprobeerd. Daar wisten ze met succes door een klein gat te kruipen en Bamba's huis binnen te sluipen. Ze gingen er vandoor met een antenne en twee mobieltjes. De daders waren uit op onze spullen en belandden helaas in het verkeerde deel van het huis. Dat zorgde enigszins voor een opluchting, maar anderzijds voor enige onrust. Want de kans was groot dat ze terug zouden komen. Het moet ongetwijfeld iemand zijn die ons eens thuis heeft afgezet of weet dat wij hier wonen, want het is algemeen bekend dat er bij blanken veel te halen valt.
Op het moment dat ik de grootste lol had om duivels in toiletpotten, deden de inbrekers een nieuwe poging. Normaliter lig ik op woensdagavond in bed en blijf ik daar liggen tot de zon opgaat, maar vandaag was dat toevallig anders. Ik bevond me in Kotu, waar ik tot diep in de nacht enorm veel lol heb gehad met een Koran van broekzakformaat, een potje memorie met lelijke kinderhoofden en een handjevol negers. Het was een ontzettend gezellig avond en ik besloot daar de nacht door te brengen op de bank. Mijn dank voor die engel op mijn schouder is groot. Want ik zou een hartaanval hebben gekregen als ik opeens een hand van een inbreker door het raam had zien steken in Busumbala. De dag na de eerste inbraak heb ik vastberaden een spray insectendoder naast mijn bed gezet, om mezelf te kunnen verweren als er opeens een crimineel naast me zou staan. Ik heb ook nog een brood- en/of scheermes overwogen, maar aangezien ik die toch niet zou durven gebruiken heb ik gekozen voor de giftige spray. Gelukkig heb ik deze tactiek niet hoeven toepassen, want ik vraag me af of het succesvol geweest zou zijn. In het vervolg leg ik bommen en granaten naast mijn bed, want ze komen vast weer terug. Ze hebben namelijk geen buit kunnen maken. Nadat ze mijn raam kapot hadden gemaakt, probeerden ze het raam van Cees-Jan. Cees-Jan zag opeens een paar zwarte handjes door het raam steken en heeft een oorverdovende klap op het raam gegeven. Nadat hij schreeuwde dat hij ze ging vermoorden, hebben de inbrekers de benen genomen. Ikzelf vind het een prima actie en kan met overtuiging zeggen dat ik trots op hem ben. Bamba denkt daar helaas anders over;
‘Cees-Jan, de volgende keer moet je zijn hand eraf hakken!', aldus Bamba. Hij meent het echt, want dat is wat ze hier met inbrekers doen. Daarnaast was het voor Cees-Jan ook toegestaan om de desbetreffende inbrekers ter plekke te vermoorden in het kader van zelfbescherming. Cees-Jan vertelde dat hij nooit iemand zou kunnen vermoorden, omdat hij niet zou kunnen leven met dat idee. Dat vond Bamba enerzijds vreemd, maar hij kon het anderzijds wel begrijpen. Daarom bedacht hij de volgende oplossing: ‘Sla vier spijkers in zijn schedel, vier spijkers in elke knie en dump hem in het bos! Dan zal hij sterven, zonder dat jij hem hoeft te vermoorden en niemand zal het weten!' Mocht er binnenkort weer een of ander halve zool proberen in te breken, dan weten we nu in ieder geval wat we moeten doen. Ik heb de insectenspray vervangen voor een gereedschapkistje met een aantal spijkers en een hamer. Dat is immers de enige manier om iemand te vermoorden zonder dat je daar zelf schuldig aan wordt bevonden, want sterven doet hij immers zelf. Wat een verbazingwekkende gedachtegang hebben die Gambianen toch, ik blijf me elke keer weer verbazen.
Groetjes,
Isatou
De achtervolging
Normaliter romantiseer ik verhalen altijd en maak ik ze net een tikkeltje spannender dan ze in werkelijkheid zijn, puur omdat ik van lichte overdrijving hou. Maar bij het beschrijven van dit
avontuur is dat absoluut niet nodig, omdat het uit zichzelf al spannend genoeg is. Lichte overdrijving zal dit verhaal gewoon niet ten goede doen.
Afgelopen vrijdag was het helaas tijd om Remco en mijn familie weer uit te zwaaien. Ik heb echt een geweldige week met hen gehad en was behoorlijk verdrietig dat ze weer weggingen. Ik denk dat ik
het avontuur daarom beleefde, zodat ik geen tijd had om stil te staan bij mijn ellendige humeur. Ik heb net zolang gezwaaid tot het vliegtuig een stipje was en ben toen in de auto gestapt. We
moesten Lotte naar het hotel van haar ouders brengen en ik moest de auto besturen. We hebben lifters meegenomen en meegezongen met Gambiaanse klassiekers. Het was een gezellige bedoeling en dat
wilde ik graag zo houden. Daarom besloot ik te gaan tanken; ik heb inmiddels al twee keer met een lege tank langs de kant van de weg gestaan en ik ben nog niet vergeten hoe verschrikkelijk het was
om die auto aan te moeten duwen. Met volle tank verliet ik het tankstation en daar begon alle ellende. Er kwam een dikke politieagent aanrijden op een motor en die gebaarde dat ik moest stoppen.
Dit was de tweede keer dat een agent mij staande probeerde te houden in de gele taxi en ik begon een beetje argwaan te krijgen. Vooral toen Balamin weer begon te roepen dat ik door moest rijden.
Ten eerste kon ik niet doorrijden, omdat de politieagent zijn motor vlak voor de auto parkeerde. Ten tweede zou ik dat ook niet durven, omdat ik netjes opgevoed ben en prima kan inschatten dat die
agent mij dan heus wel zou achtervolgen. Balamin stapte uit en startte een hevige conversatie met de agent. Lotte en ik bedachten allemaal redenen waarom ik in overtreding zou zijn, maar we konden
niets bedenken. De politieagent vertelde dat we mee moesten naar het politiebureau en ik mocht niet meer rijden. Ik nam netjes plaats op de achterbank en Balamin volgde de politiemotor richting het
politiebureau. Ik was toen al redelijk bang, want ik vind het helemaal niet leuk om naar een politiebureau te moeten. Vooral niet als dat in een Afrikaans land is. Balamin vond het ook niet leuk,
want het koste hem alleen maar tijd. Dat vond ik echt een belachelijke reden, want normaal doet hij ook nooit moeilijk over tijd. Lotte en ik voelden heus wel aan dat er meer aan de hand was. We
naderden het politiebureau en de agent sloeg rechtsaf. Opeens gooide Balamin het stuur om en sloeg linksaf, terwijl hij het gaspedaal intrapte. Ik schrok me rot, waar was die jongen in vredesnaam
mee bezig! Ik keek achterom en zag dat de politieagent zijn zwaailichten aandeed en de achtervolging inzette. We reden 120 km/h op een drukke weg en slingerden langs alle auto's. De politieagent
deed hetzelfde en zat ons vlak op de hielen. Het leek wel een film en ik speelde er zelf in. Ik durf best toe te geven dat ik bang was. Na een tijdje sloeg Balamin een zandpad in, reed door een
armoedig dorpje met veel bochten en de politieagent verloor ons toen gelukkig uit het oog. Ik zat nog na te beven toen we de doorgaande weg weer opreden, maar mijn opluchting was van korte duur.
Meneer had het trucje door en stond ons op te wachten op de doorgaande weg. Balamin trapte het gaspedaal in, schoot langs de agent heen en deed een tweede ontsnappingspoging. Balamin trok zich niks
aan van de tegenliggers en haalde auto's met een veel te hoge snelheid in. Lotte dook elke keer in elkaar van schrik en ik mijn hart klopte zo hart dat hij bijna uit mijn ribbenkast sprong. We
hadden geluk, want de politiemotor kon niet zo snel als de auto van Balamin en hij raakte dus steeds verder achter. Balamin was bang dat de agenten bij de andere checkpoints ingelicht zouden zijn
door de politieagent, dus we namen een sluiproute naar het hotel. We hebben het hotel tegen alle verwachtingen in veilig bereikt. Ik heb besloten dat ik geen auto's meer ga besturen en hoop van
harte dat ik die politieagent niet meer tegenkom. Het klopt dat de agenten hier tamelijk dom zijn, maar hij is vast wel in staat om mijn blonde coupe te herkennen tussen al die rasta's hier.
Liefs,
Isatou Jallow
Tochtje met de jeep
Vandaag hebben we een fantastische tocht gemaakt met een jeep. We zijn langs de kust naar het zuiden gereden. In het zuidelijkste dorpje zijn we in een gammele kano gestapt om de rivier over te
steken en aan de overkant hebben we onze eerste stappen in Senegal gezet. Op de terugweg hebben we een dorpje aan het strand bezocht. De familie die hier woont slaapt in hutjes, heeft geen
elektriciteit en leeft van zelfverbouwde groente. Ik was behoorlijk onder de indruk. Het hoofd van de familie woont in een tent van doeken en is helderziend. Op het moment dat wij in het dorpje
waren was ze net met een sessie bezig, dus ik heb helaas geen glimp van haar op kunnen vangen. Na een kort bezoek vervolgden we onze weg naar huis. De chauffeur koos een prachtige zandweg en
vertikte het om zijn snelheid aan te passen. We zijn de hele jeep doorgeslingerd en er leek geen einde aan dat pad te komen. Maar ook dat ritje was indrukwekkend. Vooral omdat ik met mijn lieve
vriendje en familie was, wat zijn ze toch leuk! Balamin was ook gezellig met ons mee en hij wilde aan het einde van de dag wel even met mij mee langs ‘huis' rijden, omdat ik nog iets moest ophalen.
Ik hoopte binnen een half uurtje terug te zijn, omdat we met z'n allen uit eten zouden gaan. Maar natuurlijk was ik vier uur later pas thuis. Ik zal jullie vertellen waarom.
Mijn planning viel vrijwel direct in duigen, omdat Balamin eerst naar de moskee moest om te bidden. Dat moet namelijk op vaste tijden en daar houdt hij zich strikt aan. Daar heb ik eigenlijk wel
respect voor. Hij stelde voor om het gebed kort en krachtig te houden, maar daar durfde ik geen toestemming voor de geven. Je weet maar nooit, misschien neemt zijn God mij dat wel kwalijk en krijg
ik zeven jaar ongeluk, bijvoorbeeld. Dus ik zei dat hij zijn tijd mocht nemen. Wat ben ik toch attent. Na een tijdje kwam hij terug en vertelde hij dat we eerst nog even een vriend naar huis
moesten brengen. Ik geloofde er gelijk al geen barst van, want het woord ‘even' kennen ze hier helemaal niet. Ik snap ook niet waarom hij dat woord überhaupt gebruikt, want hij geeft me dan alleen
maar valse hoop. Toen we het huis van die jongen eenmaal bereikt hadden, moesten die twee uitgebreid een joint roken. Ik vergat de tijd spontaan, want ik stond met open mond naar die joint te
staren. De joint was te lang, te breed en te dik. Daar komt nog bij dat ze alleen pure wiet roken, omdat tabak slecht is voor een mens. Wiet is daarentegen erg gezond, omdat het je hersenen
activeert en een positieve invloed heeft op astma. Daarom rookt hij twee joints per dag. Het moet toch niet gekker worden. Mensen met epilepsie hebben hier een duivel in hun hoofd, een lintje om je
buik beschermd je tegen de satan en wiet is goed voor je astma.. Ik begon er zelf bijna in te geloven, dus het werd tijd om naar het hotel te gaan. Ik achtte Balamin niet meer in staat om mij
veilig langs mijn huis te rijden, dus ik ben zelf achter het stuur gesprongen. We waren nog geen kilometer van huis toen we moesten stoppen bij een politiecontrole. Vreemd, want verder mocht
iedereen doorrijden. Ik was me van geen kwaad bewust en trapte braaf de rem in. Balamin zei daarentegen dat ik door moest rijden. Ik keek hem verbaasd aan en stopte toch, dat was immers wat die
politieagent mij opdroeg. Maar toen Balamin heel hard ‘'GO GO GO!!!' begon te roepen, heb ik het gaspedaal toch maar weer ingetrapt. Ik hoorde de agent op zijn fluitje blazen en zag hem woest
gebaren. Jeetje, wat was ik zenuwachtig. Ik vroeg Balamin verbaasd waarom ik door moest rijden. Hij zei dat ze mij alleen wilden laten stoppen omdat ik blank was. Er kwam een verhaal zonder clou,
dus ik begreep uiteindelijk nog steeds niet wat er aan de hand was. Nu, een paar dagen later, baal ik daarvan. Als ik mijn instinkt zijn werk had laten doen, had ik mezelf een hoop leed kunnen
besparen. Dan had ik geweten dat ik geen gele auto's mag besturen, omdat ik blank ben. Met gele auto's kun je namelijk geld verdienen en blanke mensen mogen in Gambia geen geld verdienen. Althans,
niet zonder toestemming. Helaas was ik goedgelovig en stapte ik twee dagen later weer achter het stuur. Achteraf werd dat het grootste avontuur wat ik ooit beleefd heb, maar op het moment zelf was
ik heel erg bang. Ik ga er een verhaaltje over schrijven, want ik vind het zonde om dit inhoudsloze verhaal af te sluiten met omschrijving van mijn grootste avontuur ooit.
Liefs,